C.T.
Stork ontmoette in een herberg te Borne smid Meyling, voor wiens
vakmanschap hij grote bewondering had. In overleg met zijn vader liet
hij zijn jongere broer ingenieur Coenraad Craan Stork samen met smid
Meyling in Borne een reparatiefabriekje opstarten, waardoor een goede
basis aanwezig zou zijn voor een combinatie van theorie en praktijk. Dit
speelde zich af in 1859, toen de firma Stork-Meyling & Co werd
opgericht.
In 1863 stierf Coenraad aan een ernstige
ziekte op vrij jonge leeftijd. C.T. Stork nam de leiding over en reed nu
regelmatig tussen Oldenzaal en Borne heen en weer. Hierbij behartigde
hij onderweg in Hengelo de belangen van zijn bontweverij de KWF.
In 1865 trad smid Meyling terug uit het bedrijf, aangezien hij de
Hengelose compagnons al te voortvarend vond.. De firma Stork-Meyling
werd ontbonden.
Aangezien Hengelo inmiddels een
spoorwegknooppunt van betekenis was geworden en verwacht werd dat deze
plaats een goede toekomst tegemoet ging, werd besloten da fabriek naar
Hengelo over te brengen. Als locatie koos men een terrein direct achter
het station. Op 4 september 1868 werd de machinefabriek in Hengelo
geopend. Het gehele machinepark wekte rechtmatige bewondering. In de
fabriek waren in eigen beheer gebouwde draaierij, een goed ingerichte
gieterij en een eveneens goed geoutilleerde smederij opgenomen. Korte
tijd later werd een grote uitbreiding gerealiseerd. Een nieuwe
machinekamer voor de gieterij en smederij zag het daglicht. Ook een
modelmakerij behoorde tot de uitbreiding, waarbij in 1879 een brandvrije
modellenbewaarplaats werd gebouwd. Veel machines werden in die tijd
gebouwd voor de suikerindustrie op Java. Op 4 september 1893 vierde
Machinefabriek Stork haar 25-jarig bestaan. In het voorjaar van 1895 was
de gezondheid van C.T.Stork ernstig aangetast. Na een kortstondige
ziekte overleed hij op 19 juli van dat jaar.
In 1916 werd de bedrijfsbrandweer van
machinefabriek Gebr. Stork & Co opgericht. Het korps bestond uiteraard
uit werknemers van het bedrijf, dat toen ruim 2000 werknemers had. De
bedrijfsbrandweer had toen de beschikking over twee 2-wielige
bluswagentjes, voorzien van waterpompen, welke in eigen beheer
gefabriceerd waren. Naast het blusmaterieel in de beide
brandspuithuisjes waren er verspreid over het terrein meerdere kastjes
met verbreekbare ruiten, waarin blusmateriaal lag. In totaal 1720 mtr
hennepslang, 11 opzetstukken en 32 straalpijpen. In totaal waren er 27
brandkranen op het fabrieksterrein geplaatst. ’s Nachts werden zij door
een rode lantaarn verlicht. Ook werd er een alarminstallatie op het
terrein aangebracht. Op de lifttoren van het kantoorgebouw was een
sirene geplaatst, waarbij in de portiersloge op een paneel men kon zien
welke brandmelder actief was. In het oogpunt van brandpreventie waren op
de hooizolder van de paardenstal en in de modelmakerij (in 1998/1999
verbouwd tot de huidige brandweerkazerne) een sprinklerinstallatie
aangebracht. De brandbel aan de buitengevel van de modelmakerij doet nu
dienst als bel in de kantine van de kazerne.
In 1917 en 1918 werden belangrijke
nieuwbouw en verbouwingen verricht. Een van deze nieuw panden was de
modelmakerij aan de Lansinkesweg, welke na een ingrijpende verbouwing in
2000 ingebruiksgenomen werd als nieuwe brandweerkazerne. Hierbij hoorde
ook de bouw van de Wilhelminaschool aan de Industriestraat, het huidige
nieuwe onderkomen van het industriemuseum het HEIM.
Uiteraard ontkwam ook Stork niet aan het
oorlogsgeweld. Hierbij werd het korps, vaak in samenwerking met andere
bedrijfsbrandweerkorpsen en de gemeentelijke brandweer, intensief en
onder gevaarlijke omstandigheden ingezet. Op 9 maart 1978 had een grote
brand plaats bij Stork de Laval aan de Industriestraat. Na een eerste
bluspoging door de bedrijfsbrandweer werd al snel de gemeentelijke
brandweer ingeschakeld. Vaak werd door het korps deelgenomen aan
onderlinge brandweerwedstrijden, waarbij ook de jeugdbrandweer zich niet
onbetuigd liet. In 1979 en 1981 werd resp. een nieuwe motorspuit en
personeelsbusje aangeschaft. Momenteel wordt een van de brandweerwagens,
de Ford Thames 800, door onze stichting in ere gehouden. Na een
uitgebreide renovatie wordt de auto met motorspuit bij verschillende
activiteiten ingezet. Zie hiervoor elders op onze website.
Op 31 december 1996 werd het
brandweerkorps opgeheven. |